Opinie in ScienceGuide door Dr. Ing. Aaron Pereira (mede-oprichter van Solid Sustainability Research), Dr. Simone Schleper (Universitair Docent voor de globale geschiedenis van wetenschap, technologie en milieu) en Prof. Dr. Tsjalling Swierstra (hoogleraar Techniekfilosofie).
12 maart 2024 | Het Saoedische staatsoliebedrijf Aramco mocht bij de Universiteit Maastricht kiezen welk onderzoeksproject zou worden opgestart. De universiteit gaf opties die pasten bij de bedrijfsbelangen van Aramco en wees op PR-mogelijkheden om het nationale profiel van het bedrijf te verbeteren. Dat schrijven Aaron Pereira, Simone Schleper en Tsjalling Swierstra van de Mapping Fossil Ties Coalitie op basis van een Woo-verzoek. Universiteiten moeten zich niet laten gebruiken voor de belangen van fossiele bedrijven, betogen zij.
In 2023 diende de Mapping Fossil Ties Coalitie Woo-verzoeken (Wet open overheid) in bij negen Nederlandse universiteiten. De Mapping Fossil Ties Coalitie bestaat uit studenten, medewerkers van universiteiten, actiegroepen en onafhankelijke onderzoekers. We wilden onder andere weten hoe samenwerking tussen universiteiten en fossiele bedrijven invloed heeft op de energietransitie.
In documenten uit 2016/2017 van de Universiteit Maastricht troffen we een opmerkelijke briefwisseling aan. Een vertegenwoordiger van de universiteit biedt “naar aanleiding van gesprekken met [naam weggelakt], Corporate Communications Advisor bij Saudi Aramco” vier onderzoeksvoorstellen aan. Deze “sluiten aan bij de bedrijfsbelangen van Saudi Aramco”; later kunnen ze het hebben over de “ruime PR- en marketinggelegenheden, outreachmogelijkheden en andere voordelen die het regionale en nationale profiel van Aramco zullen ondersteunen en verbeteren”.
Twee van de voorstellen gingen over “biobased materials”, een over Big Data, en een vierde over degrowth, een economische opvatting die economische groei niet centraal stelt.
Brief van de Universiteit Maastricht aan Aramco, september 2016
Keuze Aramco is niet verrassend
Aramco, de Saoedische staatsoliemaatschappij, is de grootste olieproducent en -exporteur ter wereld. Op de webpagina van de Universiteit Maastricht wordt verkondigd dat Aramco een achtste deel van de olie op de wereldmarkt produceert.
Waarom zou zo’n bedrijf geïnteresseerd zijn in degrowth? Dat vroeg de communicatieafdeling van Aramco zich blijkbaar ook af. Ze wezen dit voorstel af en kozen voor het voorstel “Sustainability of Biobased Materials in a Circular Economy”. Een niet verrassende keuze: op hun website staat dat ze onderzoek doen naar bioplastics en dat Aramco voor zeventig procent eigenaar is van Sabic, een chemiebedrijf dat bioplastics produceert.
Bioplastics worden door de industrie gepromoot als duurzame oplossing voor plasticproductie en genieten EU-subsidies, hoewel ze vaak niet voldoen aan de EU eisen voor circulariteit en er alsnog milieuimpact mee gepaard gaat. Daarnaast leidt het af van het reduceren van wegwerpplastic in het algemeen.
Samenwerking met universiteit als sociale licentie
Maar waarom is de Universiteit Maastricht bezorgd dat haar onderzoek bij Aramco’s “bedrijfsbelangen” past en toont de universiteit zich hulpvaardig jegens Aramco’s PR? Universiteiten willen vaak dat hun onderzoek impact heeft en toegepast wordt in de industrie. Er ontstaat voor een publieke universiteit echter een probleem wanneer bedrijfsbelangen rechtstreeks ingaan tegen het publieke belang. Aramco, als één van de grootste vervuilers ter wereld, gaat met woord en daad in tegen de energietransitie. Het bedrijf wordt daarnaast aangeklaagd vanwege mensenrechtenschendingen en door de VN onderzocht omdat hun vermeende plan voor netto-nul uitstoot geheel los staat van de werkelijkheid.
Opvallend is de bewoording van de acceptatiebrief. Aramco vindt het project “waardevol voor de lokale gemeenschap”. Een merkwaardige uitspraak over een onderzoeksproject, maar het weerspiegelt de formulering in de acceptatiebrief bij een ander project, ditmaal met het Leids Universiteits Fonds: “De lokale gemeenschap is extreem belangrijk voor Aramco (…). Het ondersteunen van milieu-initiatieven en mensgerichte organisaties zijn belangrijke pijlers van onze burgerschapsstrategie”.
Dit is geen toeval. Bedrijven moeten maatschappelijk acceptatie verwerven, de zogenaamde “Social Licence to Operate”. Dit is een concept afkomstig uit de mijnbouw en wordt toegepast in de olie- en gassector. Zonder sociale acceptatie komen er protesten, wetgeving en andere vormen van weerstand die bedrijfsvoering vertraagt of zelfs onmogelijk maakt. Dat proberen bedrijven zoals Aramco op deze manier te voorkomen.
Brief van Aramco aan Universiteit Maastricht, februari 2017
Brief van Aramco aan het Leids Universiteitsfonds, april 2022
Hoewel we het betreurenswaardig vinden dat de Universiteit Maastricht een destructief bedrijf laat uitkiezen welk duurzaamheidsgerelateerd onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd, is het niet ons doel om één bepaalde universiteit aan de schandpaal te nagelen. Dit probleem is waarschijnlijk wijdverbreid. Gesprekken tijdens conferenties, via de telefoon of tijdens zakenlunches worden echter niet gedocumenteerd, dus we baseren ons nu alleen op documenten die openbaar worden na Woo-verzoeken.
De Universiteit Maastricht is, na de Universiteit Leiden, de tweede Nederlandse universiteit die documenten aanlevert naar aanleiding van ons Woo-verzoek. Verder lakte de Universiteit Maastricht het bedrag dat Aramco bijdroeg (€400.000 over 3 jaar) niet weg. Dit streven naar transparantie waarderen wij.
Universiteiten moeten zich niet laten gebruiken
Wij trekken twee conclusies uit deze briefwisseling. Ten eerste krijgen fossiele bedrijven blijkbaar de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op duurzaamheidsonderzoek in de richting van hun bedrijfsbelang. Ten tweede zijn deze bedrijven druk bezig om hun PR op te poetsen in Nederland en geven samenwerkingen met universiteiten hen een uitstekende kans om zich te presenteren als ‘maatschappelijk verantwoord’ – hoewel hun activiteiten dat geenszins zijn.
Universiteiten worden door de overheid actief gestimuleerd om op zoek te gaan naar externe financiering. Uit dit voorbeeld zien we dat vervuilende bedrijven zoals Aramco daarmee de kans krijgen om de richting van duurzaamheidsonderzoek te bepalen (vergelijk het financieren van kankeronderzoek door tabaksproducenten) en te profiteren van de goede naam van universiteiten. We roepen universiteiten daarom op om zich niet te laten gebruiken voor fossiele bedrijfsbelangen en een doordacht beleid te vormen omtrent samenwerkingen met partijen in de fossiele industrie.
Universiteiten moeten aan de beste oplossingen voor het klimaatprobleem werken. Daarbij past het niet om zich te laten leiden door de belangen van de grootste veroorzakers van klimaatverandering en bewuste vertragers van de energietransitie.