Meteen naar de inhoud

‘De universiteit heeft wel degelijk een moreel kompas en dat wijst samenwerking met ‘fossiel’ af’

Opinie in de Volkskrant door Mark Boode (mede-oprichter Teachers for Climate), Linda Knoester (mede-oprichter Solid Sustainability), Maien Sachisthal (postdoc-Gedragswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam), Arjen Markus (waterkwaliteitsdeskundige bij Deltares), Dirk Hilbers (bioloog/ethicus en doceert aan de Universiteit van Amsterdam) en Klaas Landsman (hoogleraar Mathematische Fysica aan de Radboud Universiteit).

15 februari 2024 | Samenwerking met de olie-industrie is geen vrije kwestie voor universiteiten: zij zijn gebonden aan de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit, het bindende morele kompas.

In een recente bijdrage neemt een groep academici (Jouke Dykstra, Sascha Kersten, Bas van Bommel, Erik Faber en Mark Voorendt, ook wel bekend als het Docentencollectief) het op voor de fossiele industrie. Betoogd wordt dat een universiteit ‘geen eigen moreel kompas moet hanteren en opleggen wat betreft de samenwerking met bedrijven’. De boodschap: samenwerking met bedrijven als Shell is juist wenselijk.

We gaan hier nu niet in op de, ons inziens, drogredeneringen en verdraaiingen in hun stuk. We stellen dat de Nederlandse universiteiten zich al lang hebben gebonden aan een moreel kompas, dat ook van toepassing is op samenwerkingen met externe partners. Universiteiten maken voortdurend keuzen: over onderzoeksrichtingen, de invulling van onderwijsprogramma’s en over samenwerkingspartners.

Die keuzen vloeien voort uit de (soms impliciete) waarden die universiteiten en beleidsmakers hebben. Als we deze keuzen en waarden niet erkennen, kan de waan van de dag of de beschikbare financiering bepalen wat universiteiten doen. Het bindende morele kompas is echter de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit, die door alle Nederlandse universiteiten is ondertekend en regelmatig wordt aangepast op basis van nieuwe kennis en evoluerende inzichten (de huidige versie is uit 2018).

De principes van de gedragscode zijn ‘eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie, onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid’. De code schrijft voor dat wetenschappers maatschappijgericht moeten werken, maatschappij-dienend moeten zijn en dat onderzoek niet bepaald mag worden door buitenwetenschappelijke belangen, argumenten of voorkeuren, zoals commerciële of politieke belangen.

Universitair onderzoek moet bovendien rekening houden met de belangen van (proef)personen, (proef)dieren en de leefomgeving. Onderzoeksopdrachten mogen alleen worden aangenomen als ze volgens deze normen kunnen worden uitgevoerd. Ofschoon samenwerkingspartners van Nederlandse universiteiten formeel niet aan deze Gedragscode gebonden zijn, vermeldt de code wel dat ‘ook voor hen de principes uit deze code leidend moeten zijn’.

Desinformatie

Hoe zit dat met de fossiele industrie? Op 8 februari betoogde Naomi Oreskes, hoogleraar wetenschapsgeschiedenis aan de Harvard University, tijdens een lezing in Rijksmuseum Boerhaave, glashelder dat fossiele bedrijven – haar eigen onderzoek ging over ExxonMobil – decennialang desinformatie hebben verspreid, terwijl ze de schadelijke gevolgen van hun producten kenden. Dit blijkt ook uit de documenten die de Amerikaanse staat Californië vorig jaar in een rechtszaak tegen de fossiele industrie aanleverde. Deze kwestie was één van de redenen waarom ook Boerhaave in 2021 besloot de samenwerking met Shell te stoppen.

Oreskes’ eerdere werk ging over de tactieken van tabaksfabrikanten toen de wetenschap aantoonde dat hun producten dodelijk waren. Het probleem werd ontkend en gebagatelliseerd. De overheid zou consumenten hun keuzevrijheid ontnemen (alsof verslaving een vorm van vrijheid is). En de vermogende tabaksindustrie schakelde wetenschappers in om misbruik te maken van hun geloofwaardigheid.

Inmiddels is de discussie rondom de tabaksindustrie verstomd: geen enkele Nederlandse universiteit, laat staan een universitair medisch centrum, zou nu nog geld aannemen van een tabaksfabrikant. De risico’s én de hypocrisie van samenwerken met een industrie die jarenlang desinformatiecampagnes voerde en beleid tegenwerkte dat de gezondheid van burgers moest beschermen, zijn te groot. Zelfs al kan men het geld goed gebruiken voor bijvoorbeeld kankeronderzoek.

‘Ruthless’

Zo is het ook met de energietransitie, maar ook zonder bewuste desinformatie- campagnes zijn er zwaarwegende redenen om als universiteit niet in zee te gaan met de fossiele industrie. De IPCC-rapporten, resultaat van het grootste longitudinale wereldwijde wetenschappelijke onderzoek ooit, concluderen zonder enig voorbehoud dat we zo snel mogelijk moeten inzetten op een duurzame transitie. Wie de wetenschap serieus neemt, zet alle beschikbare onderzoekscapaciteit in om die duurzame transitie te realiseren en laat deze capaciteit niet kapen door bedrijven met tegengestelde belangen.

Bovendien hebben ceo’s van dergelijke bedrijven vorig jaar herhaaldelijk benadrukt dat ze vastbesloten zijn (Shell zelfs: ‘ruthless’) om te blijven focussen op maximale exploitatie en productie van fossiele brandstoffen. Een optimale termijn om fossiel uit te faseren is er immers niet, klimaatverandering zorgt nu al voor enorme schade aan biodiversiteit, voedselzekerheid en bewoonbaarheid in grote delen van de wereld.

Naast de maatschappelijke en ecologische urgentie om klimaatverandering zo snel mogelijk te beperken, maakt ook de Gedragscode samenwerking tussen universiteiten en de fossiele industrie naar onze mening niet langer verdedigbaar.